Was ik maar geboren in de jaren van mijn ouders…

Vandaag draait Q Music België de Rock 100. En ondanks dat ik deze week toch echt een jaartje ouder werd, besef ik opeens dat ik zo’n 30 jaar te laat geboren ben. Hoe verder de nummers naar de 1 gaan, hoe meer bevestiging dat ik krijg. “Though it’s cold an looooooooonely in the deepth of night”, lig ik opgerold in een dekentje op de bank te genieten van elk nummer. Begrijp me niet verkeerd, rockmuziek van nu mag er ook zijn. Stiekem bij ik loeihard aan het hopen dat Kings Of Leon op Pinkpop komen. Maar de muziek uit de jaren 70, dat heeft iets.

Zo gauw er bij mij vijf glazen bier in gaan, blijk ik ook opeens alle teksten te kennen. En ik weet dat ik niet de enige van mijn leeftijd ben die dit ervaart (iknoemgeennamenmaareenvanmijnnichtjesheefttoegevenkuchniekekuch). Dansbaar, meezingbaar en garantie voor feest, dat is jaren 70 muziek. Tegenwoordig is muziek vooral om keihard te ‘party-en’. Zo ervaar ik housemuziek als een confettikanon dat op ontploffen staat, iets dat meestal ook gebeurt als je die liedjes hoort op een festival. Nee, bij muziek uit de jaren 70 kun je in de huiskamer met de gordijnen dicht nog eens lekker losgaan met een luchtgitaarsolo, denkend dat je je roeping als muzikant gemist hebt.

Momenteel zit Q music op nummer 60, dat betekent dat ik nog ongeveer de hele dag kan luisteren naar mijn favoriete muziek. Dat ik me nog de hele dag 30 jaar te jong kan voelen. En dat ik nog een hele dag luchtgitaar solo’s met losgegooide haren mag doen. Dat ik met mijn twee katten kan stagediven en ongegeneerd kan mee zingen op alle klassieker en nog te worden klassiekers.

Bespaar je een gluurtrip naar mijn huis, ik doe dit allemaal braaf met de gordijnen dicht 😉

“Want to tell you a story, ’bout a girl I know…… *gitaarsolooooooo*”

Concentratie level: Kartoffel

Daar zit ik dan, me al twee weken blind te staren op een boekje voor Frans. Als Nederlander in België hoort dat er nu eenmaal bij, dat Frans. Al 2,5 jaar doe ik mijn stinkende best om er iets van te maken, et j’ai réussi jusqu’à ajourd’hui! Maar hoe meer ik me blind staat op de taal van de Belgische zuiderlingen, hoe meer mijn concentratie level afzakt naar kartoffel. Oftewel, alles is interessanter dan Frans studeren.

Te beginnen thuis, de was doen en strijken zijn opeens top prioriteit. En stofzuigen was natuurlijk ook nodig. Laat staan dweilen, dat kan echt geen dagen meer wachten. En dan kreeg ik nog een uitnodiging om naar de BBB Horecabeurs in het Mecc te gaan. Tuuuuuuurlijk ga ik! Om mijn schuldgevoel van het niet-studeren enigszins te onderdrukken, ging ik op de beurs kijken naar Laurent Favre-Mot, een Franse patissier. Zo werkte ik toch een beetje aan mijn Franse vocabulaire uitbreiding, mais oui!

Daarna in de trein, de ideale plek om te studeren. Maar wanneer het echt moet, zijn telefoongesprekken van anderen opeens zeer interessant. Of de Facebook van je buurman meelezen. En naar buiten kijken, je afvragen waarom een boer in godsnaam nog gras heeft afliggen… Oh, en niet te vergeten, de binnenkant van mijn ogen, want daar gebeuren spannende dingen.

Als laatste op mijn kot, blijkt dat daar óók gestofzuigd en gedweild kan worden. Hoera! Nog meer studieontwijkende maatregelen. En de kastjes, misschien kan ik die eens opnieuw indelen… Al met al zijn er zoveel dingen leuker dan Frans studeren.

Maar nu zit ik hier nog steeds met een ijzeren wil en motivatie om als Nederlandse Belg (of Belgische Nederlander?) mijn Frans met goede cijfers achter me te laten over een half jaar. Om me daarna te focussen op dingen die ik leuker vind om te doen. Nee, niet wassen en strijken of doelloos naar buiten kijken. Werken bijvoorbeeld, nutteloos op de bank hangen zonder de drang te moeten studeren. Met een gevoel van: Ik heb niks te studeren, wat ga ik doen met mijn leven?! Grapje, er is nog zoveel te doen dan alleen studeren. Maar voor nu, je vais continuer étuder mon français et j’espère que vous trouviez mon blog très intéressant.

À bientôt. Kartoffel.

HOERA, het is een tweeling!

Eergisteravond was het zo ver. Na weken wikken en wegen, was de adoptie rond. Mijn wederhelft en ik zijn trotse ouders van Pierre en Gilbert! Helaas kon hun moeder niet meer voor ze zorgen, en in een gezin met 30 kinderen moet je er soms een aantal afstaan.

Het huis werd kid(t)-proof gemaakt. Papjes, brokjes en speeltjes lagen klaar. Na een lange reis van drie minuten waren de twee baby’s in hun nieuwe thuis. Meteen op verkenningstocht, om vervolgens tevreden in hun wiegje te belanden. Gisterochtend waren we zelf zo vroeg op, dat ze nog lekker lagen te slapen.

Maar omdat ze allebei nogal verkouden waren, was een bezoekje aan de dokter geen overbodige luxe. Meteen aan de antibiotica, arme kindjes. Hopelijk zijn ze over 10 dagen kerngezond en kunnen we volop gaan genieten. Nou ja, genieten… Voor butler spelen eerder gezegd. Pierre en Gilbert zijn namelijk geen echte baby’s, wat had je gedacht met mijn niet aanwezige kinderwens. Nee, ze zijn datgene wat je wel eens na een heftige avond drinken hebt; een kater. Twee zelfs. En katten hebben geen baasje zoals een hond, katten hebben butlers.

En die butlers poetsen iedere dag hun wc, zorgen dat er altijd eten is en als ze zich gedragen worden ze ook nog non-stop geaaid. Terwijl ik een poging tot Frans studeren doe, dartelen er twee zwarte panters om me heen. “EY, HONGER! – miauw”, en dan sta je op, loop je naar de kast en vul je het voerbakje. Vervolgens kijken ze je heel verbaasd aan, want DAT zat vanmorgen niet in dat bakje, nee dat was van dat vieze natte spul, veel lekkerder. En blijkbaar is de honger dan opeens voorbij. Ze druipen af, om zich vervolgens te wassen en in slaap te vallen. Ik snap het niet, als ik honger heb, wil ik gewoon íets te eten. Katten kunnen dat blijkbaar uitschakelen.

En dat is nou het fijne aan een kat, je hebt er nauwelijks omkijken naar. Zolang ze voer en water hebben, komen ze al een heel eind om zichzelf in leven te houden. Wat een leven, de hele dag op je luie reet zitten, die reet en de rest van je lichaam af en toe eens op je gemak wassen, en verder niets anders dan slapen en eten. Mocht reïncarnatie bestaan, dan kom ik terug als kat. Dan ga ik net als onze nieuwe Franse kameraden de hele dag niksen en profiteren van mijn butlers.