Is dit nu later als ik groot ben?: Alle ballen hooghouden

Ik geef het toe, ik ben een strevertje. Een perfectionist voor mijn eigen voorkomen. Niet qua uiterlijk, maar qua kunnen. Stiekem wil ik overal de beste in zijn. Hoge cijfers halen, beter dan de rest. Vier keer per week sporten. Leuk zijn voor mijn vrienden. Iedere dag een gezonde maaltijd koken. Altijd goed gezind zijn. Hard werken. En dan daarbij ook nog een beetje leuk uitzien. Oftewel, ik heb een hele hoop ballen die ik hoog moet houden. Beter gezegd, hoog WIL houden. Want moeten, dat vind ik eigenlijk een akelig woord. In het Limburgs dialect is er een gezegde: “Motte, die zitte achter de deur!” want ‘motte’ betekent moeten, maar ook die bruine vliegende insectjes die op licht afkomen. Maar dat gezegde wil zeggen (want dat doet een gezegde), dat niks moet.

Soms zou ik willen dat ik wat vaker dingen ‘niet zou moeten’. Of niet zou willen. Is het erg om eens een week niet te gaan sporten? Om af en toe los te gaan aan frietjes met bitterballen? Om een dag zonder spijt in bed te blijven liggen? Om eens ‘nee’ te zeggen tegen vrienden? Om eens een onvoldoende te halen? Als kind moest ik niets, behalve tekeningen maken op school. Die bal was makkelijk hoog te houden. Maar in de loop der jaren zijn er steeds meer ballen bij gekomen, en ik heb helaas maar twee voeten om ze hoog te houden. Op het moment gebruik ik ook mijn armen, hoofd en schouders om ze allemaal hoog te houden. En daar word ik een beetje moe van. Maar dan ga ik vergelijken en denk ik: “anderen kunnen dit, dus ik moet dit ook kunnen.” En daar heb je dat akelige woord weer, moeten. Ik moet niet vergelijken of kijken naar anderen. Iedereen is anders, godzijdank, anders was het een saaie boel op de wereld.

Soms voelt het zelfs alsof iedereen om me heen maar ballen blijft gooien, in alle soorten en maten. Voetballen, tennisballen, pingpongballen en noem maar op. En dan komt lichtelijk een autist in mij naar boven, vlucht ik naar een rustig plekje waar niemand iets tegen me zegt. Mijn kot bijvoorbeeld. Het enige rustplekje in een bruisend Antwerpen. Als plattelandsmeisje wordt het me af en toe wat veel. Honderdduizend kinderen op straat, fietsers, skateboarders en voetgangers kruisen en ontwijken elkaar. Dan ben ik blij als ik drie etages hoog op mijn 35m2 arriveer, ongegeneerd een dutje kan doen op de bank, of in bed. Waar ik op mijn gemak uitgebreid kan koken of een boek kan lezen. Waar niemand me stoort en niemand me iets vraagt. Totdat ik een paar uur niemand gehoord of gezien heb. Of wanneer ik drie dagen geen Limburgs gesproken heb. Dan pas trek ik er weer op uit of bel ik naar huis. Om weer ballen op te vangen en hoog te houden. Om weer verantwoordelijkheden te hebben en dingen te moeten. Nee, ik ging minder ‘moeten’. Het enige dat we écht moeten, is doodgaan. Anders wordt het echt druk op straat. Voor nu, ga ik nog een balletje hooghouden. Of twee.

One thought on “Is dit nu later als ik groot ben?: Alle ballen hooghouden”

  1. Hey Elke,
    Eindelijk ben ik ook een “volger” geworden 🙂
    Al je stukjes heb ik intussen gelezen; ik had nog wat in te halen, ha ha ha.
    Als commentaar op het laatste: Wees niet al te streng voor je zelf.
    Groetjes,
    Elly

Comments are closed.