Herinner je je nog toen je een jaar of 8 was, dat je wekelijks een vriendenboekje onder je neus gestopt kreeg. “Wil je in mijn vriendenboekje schrijven?”. Natuurlijk wilde je dat, op dat moment maakte je friends for life. Het eerste stuk ging je gemakkelijk af; je naam, woonplaats en leeftijd wist je immers maar al te goed. Dan werd het iets moeilijker, je favoriete eten (frieten of pannenkoeken?), je favoriete kleur (roze kon echt niet meer) en je favoriete huisdier. Het waren keuzes, die je leven eigenlijk nog niet bepaalden. Maar dan, als allerlaatste kwam de vraag “Wat wil je later worden?” Ik schreef er de ene keer juffrouw, en de week erna werd ik turnster. Met de nadruk op –ster, want ik ging natuurlijk voor de Olympische spelen. Twee maanden en een lelijke val tijdens de turnles later, besloot ik toch maar amazone te worden, ik had net mijn eigen paard gekregen.
Op 8-jarige leeftijd wist ik eigenlijk gewoon niet wat mijn carrière ging worden. En nu, 16 jaar later, weet ik dat nog steeds niet. Maar in de tijd ertussen heb ik wel talloze keuzes moeten maken in een bepaalde richting. Op de middelbare school koos ik een ‘afstudeerprofiel’, maar met die keuze viel in mijn ogen alle creativiteit af en kon ik alleen maar econoom worden… niet echt mijn gedroomde toekomst. Maar het zou goed verdienen werd me verteld, dus koos ik Economie en Maatschappij. Kon ik nog altijd ervoor kiezen iets voor mensen te betekenen. Met mijn diploma op zak ging ik op zoek naar een geschikte opleiding. van Commercieel management tot Binnenhuisarchitectuur, zelfs de Hogere Agrarische School was een optie. En het enige wat ik dacht was: “Ik zie door de bomen het bos niet meer, ik wil niks kiezen.” Zo gezegd, zo gedaan, en ik ging een jaartje werken. Tijdens mijn werk in een bekende kledingwinkel merkte ik dat ik het leuk vond om etalages te maken. Styliste, dat was mijn roeping. Ingeschreven voor een veel te dure opleiding op een privéschool ging ik er voor de volle 100% tegen aan. Om er na een jaar achter te komen dat dat het ook niet was…
Lang leve de lol werd mijn motto. Zowat elk festival in Nederland en België bezocht ik in één jaar tijd. Thuis werden ze er gek van. “Ga anders zelf festivals organiseren, dan brengt het nog wat op in plaats van dat het alleen maar geld kost!” *Pling* Er ging een lampje branden. Dat was nog eens een goed idee. Dan kon ik de rest van mijn leven festivals bezoeken en organiseren, én er geld aan verdienen!
Win-win situatie dacht ik zo.
Op naar Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool, Event- en Projectmanagement. Ik had mijn droomopleiding gevonden. Althans, dat dacht ik. Al snel kwam ik erachter dat ook deze keuze misschien niet de goede was. Heimwee en faalangst staken de kop op. Met een lichtelijke duw van thuis uit, bleef ik toch. Ondertussen zocht ik naar andere opleidingen die beter pasten bij wat ik dacht te zoeken. Maar ik bleef me inzetten, en uit mijn resultaten bleek dat ik goed bezig was. Langzaamaan durfde ik na te denken over mijn toekomst. Een eigen feestlocatie in de stallen van de boerderij van mijn ouders? Misschien nog een caféetje erbij? Het werk dat ik momenteel doe in de horeca is eigenlijk ook wel leuk… Of ga ik toch iets met taal doen? Ik ben altijd zo goed in Nederlands geweest.
En wederom sta ik voor een hoop keuzes. Maar moet je perse al op jonge leeftijd weten wat je ‘later als je groot bent’ wil gaan doen? Het is toch veel mooier om gaande weg te ontdekken waar je talenten en passies liggen en vanuit daar een carrière op te bouwen.
Alhoewel het wel heel tof zou zijn als je op 8-jarige leeftijd in het vriendenboekje van je klasgenoot kan schrijven: “Als ik later groot ben word ik: projectmanager of copywriter”.